Ieder mens ervaart de Leefruimte zoals die wordt bepaald door de principes van Plaats, Handelen en Interactie. Van Afbakening, Betekenis en Balans. Deze principes gelden alle drie tegelijkertijd en ten alle tijden. De mate waarin wordt voldaan aan de principes vormt de benutbare Leefruimte. Ieder mens is zich daarvan bewust.
Gedrag heeft als functie om te overleven in een wereld en een tijd die ons onbekend is. We gedragen ons om te overleven. Als onze Leefruimte wordt beperkt, dan ervaren we stress. Dat heeft altijd invloed op ons bewustzijn. Veel stress geeft een bewustzijnsvernauwing. Onze geest wordt gefixeerd en onze interne mechanismen (schema’s) om te overleven zijn actief.
Ons Bewustzijn wordt belemmerd door verstrikkingen. Of het bewustzijn belemmert… Want soms te pijnlijk. Dat is een bewustzijnsvernauwing.